Dat kakkerlakken een plaag kunnen vormen in keukens of op andere plekken waar voedsel wordt bewaard, is algemeen bekend. Maar de insecten kunnen ook een plaag vormen in dierentuinen en kassen met tropische gewassen. Hoewel ze misschien enigszins lijken op kevers zijn ze daar niet aan verwant. Zo hebben ze overlappende dekschilden en ondergaan ze geen volledige gedaantewisseling. Van bovenaf gezien hebben ze een eirond lichaam. Van krekels en sprinkhanen zijn ze te onderscheiden door het ontbreken van springpoten. Kakkerlakken zijn alleseters, ze kunnen daardoor leven van vele soorten planten en afvalmateriaal. Door hun snelle voortplanting en grote uithoudingsvermogen (sommige soorten kunnen ruim een maand zonder eten en drinken) kunnen ze snel tot een plaag uitgroeien. Kakkerlakken kunnen erg snel lopen en door hun platte lichaam kunnen ze zich in kleine kieren verstoppen.
Deze plaaginsecten zijn lichtschuw en daarom voornamelijk ’s nachts actief. Ze zijn vaak in groepen bij elkaar te vinden op warme, donkere plekken.
Sommige soorten hebben een vegetarisch dieet en kunnen daardoor schade veroorzaken aan planten in botanische tuinen en dierentuinen. De uitwerpselen van kakkerlakken kunnen allergieën of astmatische klachten veroorzaken.
